'Als je in tijden van corona de keuze hebt gemaakt ongezond te eten, te bingewatchen en niet te bewegen, dan heb je een unieke kans gemist om je leven een nieuwe wending te geven.' Met die tweet kreeg Sven Nys eind april de wind van voren. De ex-veldritkampioen had het lef gehad om mensen op te roepen tot een gezondere levensstijl. Waar bemoeide 'die gezondheidsfreak' zich mee? Dat was het sfeertje.

Dit opiniestuk verscheen op standaard.be (+). Auteurs: o.a. VUB-academici Lieven Annemans en Patrick Mullie

Maar Nys had een punt, want deze crisis herinnert veel artsen, verpleegkundigen en zorgverleners aan een andere epidemie die al sinds de Tweede Wereldoorlog oprukt en de laatste jaren steeds driester om zich heen grijpt: obesitas. In vergelijking met het coronavirus is het een tragere, sluipende moordenaar, maar het aantal dodelijke slachtoffers ligt hoger.

Voor coronapatiënten was obesitas een verzwarende factor. De intensive care-afdelingen van de ziekenhuizen lagen de afgelopen maanden vol met zwaarlijvige patiënten (DS 30 april). Vaak waren zij het die beademing moesten krijgen. Helaas durfden weinig artsen de vinger te leggen op dat verband, omdat obesitas een levensgroot taboe blijft. Wie er de aandacht op vestigt, wordt algauw in de hoek van de fatshamers gezet.

Sommige artsen durven hun pa­tiënten met morbide overgewicht niet eens meer te wijzen op de gevaren, uit schrik dat de patiënt een andere huisdokter kiest.

Sommige artsen durven hun pa­tiënten met morbide overgewicht niet eens meer te wijzen op de gevaren, uit schrik dat de patiënt een andere huisdokter kiest. Het aantal maagverkleiningen groeit jaar na jaar. We laten mensen dramatisch verzwaren en dan opereren we hen. Die mensen zijn in grote mate slachtoffer van een ongezond systeem. Toch blijft het Vlaamse en federale beleid blind voor die realiteit.

Enkele scheefgegroeide eet- en cultuurgewoonten zijn het nieuwe normaal geworden, dat ook onze kinderen krijgen opgelepeld. In veel kleuter- en basisscholen worden verjaardagen nog steeds gevierd met snoep, frieten, hotdogs of curryworsten. In sommige scholen staan nog altijd frisdrankautomaten. Zelfs in de sportwereld viert onze 'bourgondische aard' hoogtij: bij een aantal grote evenementen vind je aan de finish hamburgerkramen en biertenten, en veel jeugdteams krijgen elk weekend na de match junkfood geserveerd.

Enkele scheefgegroeide eet- en cultuurgewoonten zijn het nieuwe normaal geworden, dat ook onze kinderen krijgen opgelepeld.

Snacks en schermen

Nogal wat mensen vinden deze voorbeelden eerder onschuldig. 'Ach, voor één keer mag het.' Maar die ene keer is snel elke week of zelfs elke dag. Zo komt het dat de helft van de bevolking in België nu al met overgewicht kampt (DS 1 oktober 2019). Een op de zeven is echt obees. Meer dan 100.000 kinderen zijn te dik. Ongeveer 10 procent van de peuters van twee jaar is te zwaar, in 2011 was dat 6,7 procent (DS 17 juni). Dat zijn alarmerende cijfers, want obesitas veroorzaakt een waslijst aan gezondheidsproblemen: diabetes, spijsverteringsproblemen, hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker, slaapapneu, artrose, gewrichtsproblemen en depressies.

In 2013 kostte obesitas de ziekteverzekering 1,1 miljard euro per jaar. Tel daarbij nog 2,5 miljard euro aan indirecte kosten, zoals ziekteverzuim, en je komt aan 3,6 miljard euro. Dat bedrag zal de komende jaren stijgen. Jonge generaties groeien op met snacks, frisdrank en veel schermen, waardoor ze ongezonder eten en meer stilzitten. Daardoor stijgt obesitas bij kinderen nog sneller dan bij volwassenen. Als we onze gezondheidszorg willen redden, moeten we nu in actie schieten, anders dreigt de solidariteit onder druk te komen.

Uit onderzoek blijkt dat het moeilijk is om obese mensen structureel te doen vermageren, daarom is preventie cruciaal.

De coronacrisis heeft aangetoond dat we dat kunnen: structurele maatregelen nemen om een pandemie te bestrijden. De uitdaging voor onze regeringen is om dat opnieuw te doen in de strijd tegen obesitas. Uit onderzoek blijkt dat het moeilijk is om obese mensen structureel te doen vermageren. Daarom is preventie cruciaal.

Wij doen deze suggesties:

1. Maak gezonde voeding goed­koper, en ongezonde voeding duurder. De suikertaks die de regering-Michel invoerde, maakte een blikje cola 3 eurocent duurder. Dat was een druppel op een hete plaat, eerder bedoeld om de staatskas te spijzen dan om gezondheidsbeleid te voeren. Als je het consumptiepatroon van mensen echt wilt wijzigen, is een taks van minstens 20 procent nodig, blijkt uit onderzoek. Maar daarvoor moeten beleidsmakers voorbij de machtige voedingsindustrie die rijk wordt met de verkoop van verslavende vet- en suikerbommetjes.

2. Gebruik de opbrengst van die vet- en suikertaksen om kinderen gezonde maaltijden aan te bieden op school. Dat is een van de meest sociale maatregelen die een regering kan nemen. Manchester United-voetballer Marcus Rashford, die opgroeide in armoede, verklaarde onlangs dat hij nooit profvoetballer had kunnen worden zonder de gratis maaltijden in de Britse scholen (DS 17 juni).

3. Geef op school minstens één uur lichaamsbeweging per dag, en integreer in alle lessen veel meer beweging en buitenactiviteiten, zoals Slovenië doet. Zeker in het kleuter- en basisonderwijs moet dat mogelijk zijn.

4. Moedig scholen actief aan om een (vrijwillige) voedingscoach aan te stellen die leerlingen bevraagt en advies geeft over hun voedingsgewoonten.

5. Doe hetzelfde met bedrijven. Op termijn zou je bedrijfssubsidies kunnen koppelen aan de mate waarin een bedrijf zich inzet om zijn werknemers gezond te laten eten en bewegen.

6. Verplicht de voedingsindustrie om een deontologische code te ondertekenen, waarin de marketing voor verslavende en ongezonde voedingsproducten aan banden wordt gelegd.

7. Organiseer een terugbetaalde interdisciplinaire aanpak van obesitas: stimuleer huisartsen om mensen met overgewicht - en zeker jongeren - door te verwijzen naar een erkende dië­tist of bewegingscoach en maak dat de ziekteverzekering die begeleiding terugbetaalt. Ook dat is een zeer sociale maatregel, aangezien overgewicht vaker voorkomt in kansarme gezinnen. Waarom zou een bezoek aan de tabacoloog terugbetaald worden en begeleiding bij overgewicht niet? Beide uitgavenstromen kunnen zichzelf terugverdienen.

8. Stimuleer mensen via preventiecampagnes om hun voedings­gewoonten blijvend te veranderen en geen heil te zoeken in crashdiëten die toch niet werken. Geef mensen informatie en voorbeelden van inspirerende mensen die hun zwaarlijvigheid succesvol overwonnen door gezonder te eten en meer te bewegen.

9. Stop met mensen te stimuleren om met de auto naar het werk te gaan en trek de premies voor werkverplaatsingen per fiets en te voet op. Dat houdt ook een forse uitbreiding en verbetering van de fietsinfrastructuur in.

10. Geef de lokale besturen meer mogelijkheden om initiatieven uit te werken, bijvoorbeeld op wijkniveau, om samen gezond te koken, of activiteiten te organiseren waarbij beweging op maat aan bod kan komen.