Tekst: Filip Michiels
Foto: Bram Tack


 
Toen de interdisciplinaire onderzoeksgroep in 2007 uit de startblokken schoot, telde ze een twintigtal onderzoekers. Vandaag zijn dat er al bijna honderd. “Het is net de combinatie van verschillende disciplines binnen één onderzoeksgroep die de voorbije jaren onze sterkste troef is gebleken,” blikt Cathy Macharis terug. Terwijl zij zich over het luik duurzame mobiliteit en logistiek buigt, leidt Joeri Van Mierlo het onderzoek rond elektrische en hybride voertuigen. “Duurzaamheid is altijd een heel belangrijke rode draad geweest doorheen al ons onderzoekswerk. Vandaag zien we dat die focus ook almaar meer aansluit bij de politieke en maatschappelijke keuzes die bijvoorbeeld in grote steden worden gemaakt. Waarbij elektrische voertuigen, maar net zo goed andere vormen van mobiliteit en een doordachte logistieke aanpak, in onze visie mee deel uitmaken van mogelijke oplossingen.”
“Voor alle duidelijkheid: wij zijn geen lobbyisten,” zet Joeri Van Mierlo de puntjes op de i. “Maar terwijl wij hier al vele decennia onderzoek verrichten rond elektrische mobiliteit, is dit thema de voorbije jaren plots heel actueel geworden en krijgen we ook heel veel vragen, ook vanuit de politiek en de industrie. En je kan er niet omheen: die vragen zijn vaak heel multidisciplinair: elektrische mobiliteit is geen puur technisch verhaal, het gaat net zo goed over economische impact of consumentengedrag.”
 
(Lees verder onder de foto)

Publiek debat
 
Kregen we de voorbije jaren haast tot vervelens toe te horen dat de elektrische auto in alle omstandigheden een veel betere oplossing was dan de auto met verbrandingsmotor, dan werd daar onlangs plots weer wat twijfel rond gezaaid. Nieuw onderzoek zou immers uitwijzen dat heel krachtige elektrische wagens niet noodzakelijk beter zijn voor het milieu dan kleine benzinewagens. Is er voor een onderzoeksgroep als MOBI dan toch ook geen grotere rol weggelegd in het publieke debat? “We proberen onze onderzoeksresultaten ook zoveel mogelijk te vulgariseren, en zo ook onze bijdrage te leveren aan dat publieke debat,” geeft Van Mierlo aan.
 
“Wat nu onlangs in de media opdook, was voor ons echt geen verrassing: je moet elke wagen vergelijken binnen zijn marktsegment. Net zoals iedereen ook wel zal inzien dat elektrische wagens die aangedreven worden met elektriciteit opgewekt in steenkoolcentrales onmogelijk een zegen voor het milieu kunnen zijn. Maar ik begrijp je punt wel: soms vloeken wij ook weleens als we iets in de media zien verschijnen. Al is de timing daarvan vaak ook geen toeval: als je weet dat de Europese Commissie zich uitgerekend de voorbije weken over de nieuwe CO2-normen tot 2030 moest buigen, dan mag dit ‘nieuws’ misschien niet echt verbazen.”

Elektrische mobiliteit is geen puur technisch verhaal, het gaat net zo goed over economische impact of consumentengedrag.


Onderzoeksgeld
 
Met zijn honderd onderzoekers leidt MOBI in ons land absoluut de dans wat betreft onderzoek rond mobiliteit en logistiek. “Op wereldvlak zijn er uiteraard wel nog een aantal andere heel gereputeerde instellingen, maar wat wij wel heel vaak te horen krijgen, is dat onze interdisciplinaire aanpak toch behoorlijk uniek is,” klinkt het bij Joeri Van Mierlo. “We zijn erin geslaagd om een aantal onderzoekers te verzamelen over de faculteitsgrenzen heen: van ingenieurs over geografen of sociologen tot economische wetenschappers.
 
Die samenwerking is niet altijd even evident, en daarom steken we ook veel tijd en energie in de interactie en samenwerking tussen al onze medewerkers. Het grote voordeel is dat je elkaar voortdurend verrijkt. Je kan bijvoorbeeld gigantisch veel geld investeren in de zoektocht naar nieuwe batterijtechnologie. Die batterijen kunnen dan een belangrijke bijdrage leveren aan een meer duurzame mobiliteit, maar hoe zit het dan juist met de economische impact van die krachtiger batterijen? Waar halen we de nodige grondstoffen, en hoe duurzaam is dat proces?”
 
(Lees verder onder de foto)

“Onderschat de meerwaarde daarvan niet,” onderstreept Cathy Macharis. “Zowel politiek verantwoordelijken als bedrijven doen behoorlijk vaak een beroep op onze expertise en daarbij kunnen we dan ook een objectief tegengewicht bieden aan lobbyisten uit allerlei hoeken. MOBI is mede daardoor stilaan ook uitgegroeid tot een naam die deuren opent, en die ons ook toelaat om veelbelovende onderzoekers aan te trekken én ook te houden. Omgekeerd kunnen die onderzoekers soms ook veel sneller onderzoeksgeld binnen halen om nieuwe projecten op te starten en onderzoek te doen binnen nieuwe domeinen. Het is dus een interessante wisselwerking. Maar het moge duidelijk zijn: we willen niet blijven groeien om te groeien, we willen vooral kwaliteit blijven bieden.”