Dit opiniestuk verscheen eerder op knack.be.

 

Slimme gezondheidssystemen -en apps zullen persoonlijke preventie van en de mogelijkheid op ziektes op een meer eenvoudige manier mogelijk maken. Dit zal een aardverschuiving teweegbrengen in onze gezondheidszorg en leiden tot vroegere, betere diagnoses die ons heel wat ellende en geld besparen. Middelen die we kunnen investeren in andere broodnodige innovaties en de verbetering van onze ziekenzorg.

 

Vandaag dringt de noodzaak aan het maken van doordachte keuzes zich echter op. Het komt erop aan te kiezen voor technologie die een meerwaarde biedt voor artsen én patiënten. En net op dat vlak hebben we nog een lange weg te gaan en dreigen we zelfs de technologie achterna te hollen.

Mijn vroegste herinneringen over robots gaan terug tot de vroege jaren '60, de tijd van de Jetsons: een knotsgekke tekenfilmserie van Hannah-Barbera over een futurologische robotwereld waarin robots het dagelijks leven vergemakkelijken. En al in de tijd van de Jetsons verwijderde een Dokter Robot een ontstoken blindedarm.

 

Wat is er van die toekomstdromen terechtgekomen in de geneeskunde? De eerste wetenschappelijke publicatie over robots in de geneeskunde stamt al uit 1951; over het gebruik van robots in research. Daarna groeide langzaam maar zeker het aantal papers over automatisering van laboratoria, data-screening, de ondersteuning van verpleging en operatierobots. Sinds begin jaren 90 boomde het onderzoek, tot meer dan 17.000 papers nu.

Een omwenteling die aangestuurd is door deze nieuwe technologieën komt er aan en zal de medische wereld de wind in de zeilen geven.


Vandaag evolueert de kennis en toepassing van AI en robotica aan een rotvaart. Het gaat dermate snel dat de vraag over wat dit betekent voor patiënten en artsen steeds luider klinkt. De hamvraag is hoe de juiste keuze te maken voor iedereen. Niet alles wat mogelijk is kan of is wenselijk. We moeten prioriteiten stellen waarbij zowel betaalbaarheid als nut doorslaggevend zijn.

 

Wanneer we het over medische robots hebben, moeten we twee belangrijke onderscheiden maken. Ten eerste het onderscheid tussen autonomeinformatiesystemen die zelf leren versus niet-autonome systemen, zoals een operatierobot, die een chirurg bedient. Ten tweede is er het onderscheid tussen fysieke gezondheids- en mentale gezondheidssystemen. Dat levert 4 categorieën op. Er zijn de niet-autonome robots voor fysieke gezondheid, zoals operatierobots, de autonome robots voor fysieke gezondheid, zoals wearables of toepassingen om testresultaten te interpreteren. En verder zijn er niet-autonome robots voor mentale gezondheid, zoals een robot die emoties herkent en autonome robots voor mentale gezondheid, zoals robots die gezondheidsdata en -trends analyseren en voorspellingen doen.

 

Vooral de eerste categorie heeft volgens mij zeker zijn nut bewezen voor de gezondheidszorg. De razendsnel evoluerende autonome en slimme medische systemen bieden immers een ontzettend potentieel. Zij maken een meer gepersonaliseerde gezondheidszorg mogelijk, waarbij de patiënt zelf participeert, die ziektes vroeg opspoort en soms zelfs helpt voorkomen.

 

Een omwenteling die aangestuurd is door deze nieuwe technologieën komt er aan en zal de medische wereld de wind in de zeilen geven. Daar ben ik van overtuigd.

Dr Watson van IBM is een zéér uitgebreide en snelle databank, maar heeft het bijzonder moeilijk met interpretatie van niet-gestructureerde en niet-verbale communicatie.


Maar dan nog moeten we daar goed over nadenken en doordacht kiezen. Want we kunnen niet alles betalen of niet alles is bewezen nuttig. We mogen ook de cruciale rol van de menselijke factor in de gezondheidszorg niet uit het oog verliezen. Zo zou 'Dr Watson' van IBM oncologen zowat overbodig maken. Niets is minder waar. Dr Watson is een zéér uitgebreide en snelle databank, maar heeft het bijzonder moeilijk met interpretatie van niet-gestructureerde en niet-verbale communicatie. Een oncoloog 'ziet, weet, voelt,...' en dat is blijkbaar nog Chinees voor 'Dr Watson'.

 

In een ideale medische wereld vervangt de robot de mens niet, maar zijn ze complementair. Dokter Robot zal morgen dus nog niét Jetsonsgewijs aan uw bed staan. Maar willen we dat ook?

 

Want als het ècht telt, gaat er nog altijd niets boven een mens van vlees en bloed, die de patiënt vraagt hoe het ermee gaat, een geruststellend schouderklopje uitdeelt, helpt en steunt op dié momenten wanneer er voor elk van ons maar één ding van belang is: onze gezondheid.

 

*Op 7 februari organiseert de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met Knack Homo Roboticus, een inspirerende avond rond mens, robot en AI in de Munt in Brussel. Alle info en tickets vind je hier.
 

Homo Roboticus 

In een steeds meer gerobotiseerde samenleving verkennen en bespelen u en ik nieuwe technologieën. Hoewel robotica en artificiële intelligentie mens en natuur kunnen helpen, genereren zij ook vaak angst omdat het dreigt ons te overmeesteren. Zevenvijftig academici van de VUB nemen samen de handschoen op. De filosofen, ingenieurs, architecten, fiscalisten, juristen, economen, moraal- en communicatiewetenschappers en politicologen bekijken het thema mens en technologie vanuit verschillende disciplines. In het boek Homo Roboticus komen ze via 30 prikkelende vragen rond het samenleven met robots, tot concrete stellingen voor een inclusieve robotagenda. Meer info: http://homoroboticus.be/

 

Lees ook: