Opzet van het project
Het project zal digitaal lesmateriaal ontwikkelen in de vorm van spelletjes waarbij er gewerkt wordt rond breuken en taalontwikkeling. In Vlaanderen wees de peiling van 2017 uit dat in het lager onderwijs maar 50% van de leerlingen de eindtermen rond breuken haalt, terwijl dat bij de peiling van 2009 nog 65% procent was. Daarnaast hebben veel leerkrachten het ook moeilijk om leerlingen die de onderwijstaal niet goed machtig zijn, voldoende talig te ondersteunen. Het rapport van de inspectie uit 2017 over de opstart van CLIL gaf ook aan dat leerkrachten hun lesmateriaal zelf moeten ontwikkelen. “Het project heeft de naam Framing CLIL gekregen” vertelt Jill Surmont, professor vakdidactiek talen aan de Vrije Universiteit Brussel. “Deze naam komt voort uit een samentrekking van de woorden “fractions” en “gaming” en Content and Language Integrated Learning. De spelletjes worden zodanig geprogrammeerd dat de moeilijkheidsgraad van zowel taal als inhoud zich aanpast aan het niveau van de leerling. Op deze manier worden leerlingen meer op maat gestimuleerd zonder dat dit voor extra werkdruk zorgt voor de leerkracht” aldus Jill Surmont.
 
Voor wie
Het is de bedoeling dat leerlingen tussen 12 en 13 jaar hiermee aan de slag gaan. De materialen kunnen ingezet worden om voorkennis te activeren en om eventuele vergeten elementen op te frissen. Omdat zowel inhoudelijke als talige verwervingsprocessen gestimuleerd worden en omdat het materiaal zo flexibel is, zijn het vooral de leerkrachten die werken in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), leerkrachten die voor zeer (talig) gemengde groepen staan Ă©n CLIL-leerkrachten (content and language integrated learning) die gezocht zullen worden om deze materialen te testen.
 
Verdere stappen
Om dit project te laten slagen is een samenwerking van wiskundigen en taalkundigen nodig. Het project wordt geleid door Manchester Metropolitan University en andere partners naast de VUB zijn University of Westminster, Universidad de Cordoba en Pädagogische Hochschule Salzburg. Elk van hen zal er voor zorgen dat vakdidactici en lokale leerkrachten uit de verschillende vakgebieden worden betrokken in de ontwikkeling van de materialen. Er is ook een hoop digitale ontwikkelingsvaardigheden nodig. Het maken van de spelletjes zal dan ook door Cybercoach gebeuren, een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het ontwikkelen van dit soort lesmateriaal. Al deze partners zullen in een eerste fase zorgen dat alle informatie wordt aangeleverd, daarna worden de games ontwikkeld en dan worden ze getest in scholen. De feedback van scholen en leerlingen zal cruciale informatie aanleveren om na een eerste testfase het lesmateriaal nog meer te laten aansluiten bij de noden van het veld.
 
Jill Surmont, die nu met de UCLL een onderzoek rond het effect van CLIL in Vlaanderen aan het afronden is, is daarom verheugd met dit project: “Effectmetingen zijn zeer belangrijk, maar vaak stopt de rit voor academici daar. Via dit project willen we verder gaan en zorgen dat we verworven inzichten combineren met de noden van het veld met een bruikbaar eindproduct als gevolg. Door samen met het onderwijsveld deze stappen te zetten, willen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.” Leerkrachten of scholen die zich geroepen voelen om hier aan mee te werken, mogen zich dan ook altijd aanmelden.
 
Contactpersoon:
Jill Surmont
jill.surmont@vub.be