Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard.
 
De laatste weken was het weer van dat. Het begon met een opiniestuk van de Nederlandse microbiologe Rosanne Hertzberger (DS 26 februari). Saskia De Coster reageerde erop in De Morgen. Bottomline? Moeders, het is niet nodig om voortdurend met je kinderen bezig te zijn, je eigen werk te laten liggen of zelfs te stoppen met werken. Die kinderen worden daar helemaal niet beter van. Het worden kasplantjes die zich later, in de echte wereld, niet kunnen redden en bij de minste weerstand omvergeblazen zullen worden. Als jij liever met je werk bezig bent in plaats van met kindlief, is dat prima. Stop met je schuldig te voelen.
Nu moet u weten dat ik mezelf als een vrij geëmancipeerde persoon beschouw. En wees maar zeker, mijn werk als onderzoeker, museumprofessional en docent is ontzettend belangrijk voor mij. Ik zou wegkwijnen als mijn leven uitsluitend gericht zou zijn op huishouden, man en kinderen. Op dat vlak ben ik het dus helemaal eens met de dames. Maar me schuldig voelen? Never, jamais, nooit. Ik ben het beu gehoord dat vrouwen – en ja, spijtig genoeg zijn het doorgaans vrouwen – met de nodige heldhaftigheid menen te moeten stellen dat ze zich ‘niet schuldig’ voelen.
 
Het punt is dat heel deze discussie niets te maken heeft met een of andere ‘schuldvraag’. Maar zolang vrouwen dit zelf niet doorhebben, zal er niets veranderen.
 
Het katholieke juk
Een houvast ben je pas wanneer je werkt en jezelf ontplooit. Een goede ouder is een ouder die de eigen talenten ten volle ontwikkelt en doorgeeft
 
We kunnen het ontkennen, maar het katholieke juk van schuld en boete houdt ons nog steeds in zijn greep. Zijn ze herkenbaar, de verhalen van ouders en grootouders over een opvoeding die doordrenkt was door de kerk? Spijtig genoeg gaan ze zelden over de schoonheid van christelijke en humane waarden. Maar wel over vormen van indoctrinatie en (seksueel getint) machtsmisbruik. En over de onverbiddelijke regels die mannen én vrouwen in hun hokken duwden en die hun levens tekenden.

We zijn allemaal gelijk, maar een vrouw was toch altijd een tikkeltje schuldiger dan een man. En het ergste is dat we het allemaal nog zijn gaan geloven ook.


Het besef van schuld was er altijd. Het perverse was dat je je vooral heel ‘schuldig’ kon maken aan zaken die met het lichamelijke, het gevoelige en het seksuele te maken hadden. Seks diende de voortplanting en niets anders. Liefst jong trouwen en kinderen produceren: huisje, tuintje, boompje. Braafheid als hoogste goed, met moeder aan de haard. En vader? Tja, boys will be boys. Het mocht niet echt, maar ergens was er toch begrip voor vader, die het allemaal wat spannender wilde en zonder al te veel schroom de hoeren van een klant voorzag. Of niet terugdeinsde om zich over te geven aan een andere vrouw die zijn pad kruiste.
 
Gelukkig was er altijd de kerk, die werd verguisd maar die er ook wel voor zorgde dat ‘zijn schuld’ vrij eenvoudig – gooi er enkele weesgegroetjes en wat onzevaders tegenaan – kon worden afgekocht. Terwijl de vrouw in het keurslijf van de kuise, brave huisvrouw werd geduwd. Gekluisterd in een leven dat voorgekauwd was, zonder de minste vrijheid om ‘ongehoorzaam’ te zijn. We zijn allemaal gelijk, maar een vrouw was toch altijd een tikkeltje schuldiger dan een man. En het ergste is dat we het allemaal nog zijn gaan geloven ook.
 
Ik maak er nu een karikatuur van. Ik zou niet in de schoenen hebben willen staan van zij die worstelden met hun homoseksuele gevoelens, in huwelijken vastzaten of die uit ellende voor de kerk kozen. Allemaal om het ‘echte’ leven te ontvluchten.


Genderneutraliteit komt stilaan in de plaats van het polariserende man-vrouwdenken.


Gelukkig zijn de tijden veranderd. Genderneutraliteit komt stilaan in de plaats van het polariserende man-vrouwdenken. Maar sommige overtuigingen zitten in het collectieve DNA. We staan er niet bij stil. Hoe cynisch is het dat we dat ‘oude’ schuldbesef zelf keer op keer argeloos bevestigen en in stand houden? Internationale Vrouwendag is het uitgelezen moment om werk te maken van een echte Nieuwe Emancipatie.
 
Voor de relatie met je kinderen heeft dit wat mij betreft enkele belangrijke gevolgen. Het kind is van zichzelf. Het is geen verlengstuk van jou. Het is geen ­mini-you. De nieuw geëmancipeerde mens werkt en ontplooit zichzelf. Zij/hij/X neemt verantwoordelijkheid voor het kind en is een stevige houvast. Een dat ben je pas wanneer je werkt en jezelf ontplooit. Een goede ouder is een ouder die de eigen talenten ten volle ontwikkelt en ze doorgeeft. Dat is een helse opdracht, maar je weet waarom je het doet: voor het kind en voor jezelf. Een diepmenselijke overtuiging met een sterk moreel kompas is je drijfveer. De schuldvraag is niet meer aan de orde. Het is een bedenksel van oude blanke, burgerlijke, Europese mannen uit een andere tijd. We denken er alleen aan terug om niet te vergeten dat we die tijd nooit meer opnieuw willen.
 
OLGA VAN OOST
Docent kunst- en cultuursociologie, vakgroep communicatie­wetenschappen (VUB). Sectorcoördinator musea bij Faro, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw.

 
De nationale vrouwenstaking: