Het personeelsbeleid van Vrije Universiteit Brussel zal worden versterkt, daarmee pakt Caroline Pauwels uit, naar aanleiding van een wetenschappelijk onderzoek naar de belasting van professoren. Er zal daartoe een beleid rond competentieontwikkeling voor academici worden uitgerold. Dit zal hen helpen om beter in te schatten welke vaardigheden en competenties ze al bezitten en welke ze nog verder kunnen verdiepen, verbreden of aanleren om succesvol door te groeien tijdens hun academische loopbaan. Als basis hiervoor werden generieke functie- en competentieprofielen opgesteld die een overzicht bevatten van de taken, verantwoordelijkheden en competenties voor elk van de vier academische graden.
 
Succesvol proefproject
In één faculteit draait al een succesvol proefproject. Jonge proffen krijgen er de kans om, bij belangrijke momenten tijdens hun loopbaan, gesprekken te voeren met een ervaren collega over hun huidig functioneren, hun ambities en hun verwachtingen.  Dit zorgt ervoor dat hun individuele doelen en de verwachtingen van de universiteit duidelijker worden benoemd en beter op elkaar worden afgestemd, terwijl er voldoende aandacht blijft voor autonomie.
 
In de toekomst moeten alle faculteiten deze ondersteuning bij de instroom- en doorstroomprocessen van hun zelfstandig academisch personeel kunnen aanbieden. Daartoe wordt momenteel de rol van deze ervaren collega, die eigenlijk een soort academisch directeur of coach is, in kaart gebracht en wordt onderzocht op welke manier dit in de werking van elke faculteit kan worden verankerd.
 
Profs en jonge kinderen
Om de hoge werkdruk voor profs beter hanteerbaar te maken, bereidt de VUB ook voorstellen en initiatieven voor om de balans tussen werk en privé bij academici verder te verbeteren. Vooral bij profs met jonge kinderen is het soms moeilijk om deze twee te combineren. Ze zijn het vaakst ook ’s avonds en zelfs ’s nachts nog met het werk bezig.
 
Mail is een schitterend middel om te communiceren, maar het kan tijdrovend zijn en verstorend werken. Daarom gaat de Vrije Universiteit Brussel richtlijnen ontwikkelen voor oordeelkundig mailgebruik.
 
Strategisch speerpunt
In de loop van dit jaar start de VUB met haar volgend Algemeen Strategisch Plan. Een van de vier prioriteiten is de ontwikkeling van de universiteit tot een ‘warme’ organisatie, die mee zal bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van haar medewerkers. Daarom zullen strategische projecten en initiatieven ook getoetst worden aan hun impact op taakbelasting, autonomie en werksfeer van academici.
 
In 2018 staat een volgend tevredenheidsonderzoek gepland om het effect van de verschillende maatregelen te meten en te evalueren, en om te bekijken wat de Vrije Universiteit Brussel verder nog kan doen om het ideaal van een warme universiteit te bereiken. 
 
Onderzoek belasting professoren
De maatregelen volgen op een onderzoek naar de werkbelasting van professoren. Dit werd uitgevoerd door de onderzoeksgroep TOR uit de sociologie onder leiding van professor Ignace Glorieux. De conclusies van het onderzoek zijn de basis geweest voor deze aanpak. Daarin stond ten eerste dat de autonomie die een prof heeft, het werken onder grote tijdsdruk hanteerbaar maakt. Profs werken gemiddeld 55 uur per week.  Ook wilde men meer duidelijkheid over de verschillende rollen die een prof vervult: een wetenschapper is niet alleen onderzoeker, maar doorgaans ook leraar en verlener van diensten aan de maatschappij. Bovendien vervullen veel proffen ook bestuursfuncties binnen de universiteit. Door de werksfeer en collegialiteit te bevorderen, verwachtingen te verduidelijken, en te werken aan leiderschap, wil de universiteit deze zogenaamde ‘rolambiguïteit’ sterk verminderen.
 
De jobtevredenheid werd ook negatief beïnvloed, bleek uit het onderzoek, door de conflicten tussen werk en privé. Vrouwen blijken daardoor zelfs geneigd sneller hun academische loopbaan op te geven. De Vrije Universiteit Brussel wil dat natuurlijk voorkomen, zodat meer vrouwen prof worden en blijven.
 
Rector Caroline Pauwels:
“We zoeken een betere balans tussen resultaatgericht werken en mensgericht werken. Output kan niet de enige maatstaf zijn. We willen dan ook een wetenschappelijk onderbouwd personeelsbeleid voeren voor onze academici dat meer mensgericht is. Daarvoor moet je onderzoek doen dat ook naar het welbevinden kijkt: hoe voel je de werkdruk, hoe voel je je sociaal, voel je je gehoord en betrokken? De maatregelen die naar aanleiding van het onderzoek werden geformuleerd, willen dan ook het welzijn van onze professoren bevorderen.”