"Vaak wordt inclusief onderwijs voorgesteld als een soort van moreel summum. We pleiten voor inclusierealisme", zegt professor Van den Broeck. Differentiëren in onderwijs dient volgens professor Van den Broeck vooral te gebeuren naar de aangeboden instructietijd (meer voor zwakke leerlingen), niet naar de eisen of doelen. "Als elke klas een quasi-orthopedagogische setting wordt waar voor heel wat leerlingen een individuele aanpak vereist is, dan kan er niet langer kwalitatief onderwijs voor alle leerlingen worden verstrekt."
 
Lees hier het volledige opiniestuk op demorgen.be (+).