Niemand weet hoe het nu verder moet, nu een meerderheid van de Britten gestemd heeft voor een uittrede van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Volgens de eerste analyses heeft zich een duidelijke breuk afgetekend tussen de jonge en de oude generatie Britten. De eersten stemden overwegend voor een verder lidmaatschap van de Europese Unie, in tegenstelling tot de oudere generatie.
 
Een verklaring daarvoor kan wellicht gezocht worden in EU-programma’s als Erasmus, waardoor studenten uit de Europese Unie relatief eenvoudig een deel van hun studie in andere lidstaten kunnen verderzetten. De studenten uit het Verenigd Koninkrijk zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk niet meer kunnen genieten van die mogelijkheid – wat natuurlijk ook een drempel zou zijn voor studenten uit Groot-Brittanië die aan de VUB willen studeren. Omgekeerd zullen VUB-studenten hun kansen om via het Erasmus-programma in het Verenigd Koninkrijk te gaan studeren wellicht ook verminderd zien.
 
Karel De Gucht, voorzitter van het Institute for European Studies en voormalig Europees commissaris voor handel, betreurde op Radio 1 alvast de uitslag van het referendum, maar is er niet verbaasd over: “Met referenda los je geen enkel probleem op,” zei hij. In Nederland, Frankrijk en Italië daarentegen roepen politici als Geert Wilders en Marine Le Pen op tot het houden van eenzelfde referendum als in Engeland.
 
Een van de gevolgen is alvast dat het Britse pond na de bekendmaking van de uitslag meer dan 10 procent in waarde daalde ten opzichte van de dollar. Het verleidde John Clarke, academicus en lid van Labour tot de getweete opmerking dat het Verenigd Koninkrijk meer geld verloor in de uren na de uitslag dan dat het ooit zou kunnen sparen door niet langer een bijdrage te doen aan de EU.